Doorgaan naar hoofdcontent

Groene bak


Laatst vroeg iemand aan mij of ik vaak de groencontainer aan de straat zet. Eigenlijk bijna nooit. Een paar keer per jaar en dan is hij nog halfvol. Deze keer als ik hem aan de straat zet hij nog niet eens halfvol, maar ik het weinige organisch afval is helemaal in elkaar geklonken. 

Ik spit er maar doorheen met een viertandige vork, om de massa een beetje los te maken. Zo zal alles goed naar beneden zakken als de vuilniswagen de kliko verheft en omkeert.

Levensmassa

Het is een massa dat vol met leven zit. Ik zie bij het spitten wormen bewegen, vliegen opvliegen (heel veel) en afval dat in verre staat van ontbinding verkeert. Je ziet eigenlijk niet meer wat het ooit geweest moet zijn. En dat is goed.

Het meeste bij ons belandt op de composthoop. Alleen de schillen van sinasappels, mandarijnen, bananen, mango en de pit van de avocado. Die doen we niet op de composthoop. Net als iets dat ook niet bij het groenafval mag, maar we stiekem toch doen...

Groenafval

Het blijft een raar idee als je ziet wat mensen allemaal in hun groenafval stoppen. Er verdwijnt allemaal snoei, snij en ander organisch materiaal uit de tuin in. Terwijl dat alles prima aan het land kan worden teruggegeven. Ik streef naar de kringloop. 

Wat het land oplevert en we niet gebruiken, geven we ook weer terug aan het land. Takken, boomstammen, bladeren, snoeiafval en gras. Het komt allemaal op de composthoop. 

Geen compost

Zo hoef ik nooit compost te halen. Dat zie ik veel buren wel doen. Elk jaar voeren ze bergen compost en houtsnippers aan. Voor veel geld, terwijl het compost en de houtsnippers gewoon uit je tuin en keuken komen. Het hele jaar door. 

De egels en andere beesten zijn ook heel blij met al die rommel. Voor hun is dat feest en daagt ze verder uit. Waarom zou je zoveel aan je tuin doen als anderen het ook allemaal voor je kunnen doen. Dat samenspel tussen jou en de natuur, vind ik de leukste vorm van tuinieren. 

En natuurlijk helpen de tuinkabouters ook mee ;-)

hoekje van de tuin
waar ik helemaal nooit kom
boordevol leven

Reacties

Populaire posts van deze blog

67 potten

  Stadslandbouw hoort bij Oosterwold. Als ik mensen vertel waar ik woon dan beginnen ze vaak over de doorwaadbare zone en stadslandbouw. Wat doe jij eraan, zeggen ze dan. Er klinkt een soort verwijt in door. Meestal hebben ze klokken horen luiden, maar waar de klepels hangen.... Gazons De wijk is vergeven van de groene gazons waar weinig landbouw te bespeuren is. Dat stemt droevig omdat de opzet van de wijk is dat mensen in elk geval voor een deel in hun eigen voedsel voorzien. De gemeente noemde een tijdje terug ineens een percentage van 10 procent. Oosterwold zou voor 10 procent van de voedselvoorziening in Almere moeten voorzien.  Geen idee waar dat percentage vandaan komt, zal ook van iemand komen die dezelfde klok heeft horen luiden. Ik las over Den Bommel op Goeree-Overflakkee waar volkstuintjes worden opgeofferd voor woningbouw . De grond verkopen aan een projectontwikkelaar is veel lucratiever. Onder het mom van woningnood zijn de volkstuintjes het eerste doelwit. Gee...

Kappen

Ik hoor het gezaag in de bosstrook vlakbij ons huis. Ik weet het. De boomploeg een paar weken terug waarschuwde mij al: hier gaat worden gekapt. Mannen met laarzen, zaagvrije broeken en grote motorzagen bevestigen het als ik wat later mijn wandeling door het bos loop. Rob Bijlsma vertelde het mij deze zomer in zijn boek: Kerken van goud, dominees van hout . Staatsbosbeheer is een ordinaire boomproducent die geld moet ophalen met het kappen van zijn kostbare bossen. De energietransitie vraagt heel veel hout. De korrels - pellets - zijn nodig om 'groene energie' op te wekken.  Bijlsma pleit juist voor minder beheren (lees: kappen) en meer observeren (gewoon laten staan en zien wat er gebeurt). Er is zo verschrikkelijk veel te ontdekken wat we nog niet weten. Populieren Dit keer moeten de populieren eraan geloven. Ik zag het al bij het Almeerse kasteel, hoe het aangrenzende bos aan de andere kant van het fietspad uitgedund werd van populieren. Als er een bos aan moet geloven, voel...

Buitenkantoordag

Een muur van meidoorns omgeeft de boomgaard. Je stapt via een kleine opening binnen. Dan sta je daar midden tussen de bomen. Het is een bos en een open plek ineen. De grote notenbomen wuiven boven je naar de hemel. Ertussen groeit een rij perenbomen. Mijn bomenvriend en kunstenaar Jos neemt me mee naar de boomgaard die hij beheert. Het is er stil. We doorbreken de stilte met het suizen van de zeisen. Vlak boven de grond kappen we het natte en hoge gras. Als je kunt dansen, kun je seizen, zegt Jos. Een beetje door de knieĆ«n cirkel ik een halve maan om mij heen. Het gras blijft netjes links van mij liggen. De Karnheuvel We zijn vroeg vertrokken naar het paradijs van de Karnheuvel. Op deze verhoging stond ooit een boerderij en een vloedschuur voor het vee. Nu groeien er walnoten, peren en appels. Aan de andere kant van de heuvel, iets verderop, is een grote verwilderde pruimengaard.  Jos heeft een kantoordag buiten georganiseerd. We maaien het gras, de brandnetels en andere bloeiers...