Een muur van meidoorns omgeeft de boomgaard. Je stapt via een kleine opening binnen. Dan sta je daar midden tussen de bomen. Het is een bos en een open plek ineen. De grote notenbomen wuiven boven je naar de hemel. Ertussen groeit een rij perenbomen.
Mijn bomenvriend en kunstenaar Jos neemt me mee naar de boomgaard die hij beheert. Het is er stil. We doorbreken de stilte met het suizen van de zeisen. Vlak boven de grond kappen we het natte en hoge gras. Als je kunt dansen, kun je seizen, zegt Jos. Een beetje door de knieën cirkel ik een halve maan om mij heen. Het gras blijft netjes links van mij liggen.
De Karnheuvel
We zijn vroeg vertrokken naar het paradijs van de Karnheuvel. Op deze verhoging stond ooit een boerderij en een vloedschuur voor het vee. Nu groeien er walnoten, peren en appels. Aan de andere kant van de heuvel, iets verderop, is een grote verwilderde pruimengaard.
Jos heeft een kantoordag buiten georganiseerd. We maaien het gras, de brandnetels en andere bloeiers met de seis. Ik heb nog nooit geseisd, maar Jos leert mij het. Als je kan dansen, kun je ook seizen, vindt Jos. Ik kan niet dansen. Na wat oefenen leer ik het gras op een mooie hoogte te seizen. Lange halen en telkens een teen als stap naar voren. Niet te snel.
Biertafel van wilgenplanken
Onder de bomen hebben we een van wilgenplanken gemaakte biertafel neergezet. Het is er heerlijk zitten onder de hoge bomen. De zonnestralen en de regenbuien die regelmatig langskomen, blijven zo op een veilige afstand. Terwijl de seizen door het gras suizen, een aangenaam geluid, hoor je verder heel veel. Het suizen van de wind door de bomen, het zingen van de vogels en soms zegt een roofvogel iets.
Het idee van Jos is dat je werkt en in elke pauze een paar meter seist. 'Als iedereen zo werkt, dan hebben we met tien mensen na een dag seizen dit stuk grond wel gemaaid.'
Handen in zakken
Na het middageten komt een man langs. Hij houdt een flinke buik in zijn t-shirt en de handen in de zakken. Hij kijkt aandachtig naar mijn zeisverrichtingen te kijken en zegt: 'Zo moet het dus niet. Je maakt veel te lange halen, dan krijg je last van je rug.' Ik bied hem aan om het voor te doen. Hij houdt zijn handen omhoog bij zijn gezicht. 'Ik weet het, maar ken het niet'.
Hennie zeist wel. Hij heeft het vroeger wel eens gedaan en krijgt snel de slag te pakken. Hij maait het hoge grijs aan de linkerkant van de notengaard. Voor we er erg in hebben, is hij de hoek om. Galeriehouder Ben is wat minder handig, maar ook hij doet een paar uurtjes zijn best. En nog veel belangrijker: hij heeft koffie meegenomen. Dat is wel nodig. Het is mijn eerste bakkie vandaag. Ik doe de laatste week rustig aan met de koffie en drink maximaal 3 kopjes per dag.
Rode laarzen
De wethouder komt langs. Een kranige vrouw. Ze loopt in een oranje cape en draagt knalrode laarzen. Ze is opgedirkt. Speciaal voor de bomen en het gras. Het haar opgestoken en de lippen goed gestift. Ze is goedlachs en weet veel van het boerenleven. Jos leert haar zeisen. Ik maakt een paar foto's met haar telefoon. De journalist klikt op haar fototoestel dat het een lieve lust is. Volgende week staat het in de krant.
We eten verse Opalpruimen uit de verwilderde pruimengaard. Ik heb een hele zak vol geraapt en geplukt. Ze smaken naar zon en zomer. De man met het buikje eet er eentje en vertrekt. De vorige beheerder komt even langs.
Perziken en stroopwafels
Ze gaat ook een stukje zeisen. Ze heeft de zeis van haar vader meegenomen. Een handvat mist. Behendig danst ze tussen de bomen door. De brandnetels en grasstengels vallen in een langgerekte hoop links van haar.
Ze heeft perziken meegenomen en stroopwafels. De schil is zo zacht als fluweel. Een perzikhuidje. Degene die langs zou komen voor de thee, komt niet. Als ik mijn perzik op heb, vraag ik hoe zij het deed met het maaien in de tijd dat zij de gaard beheerde. 'Gewoon met de tractor', zegt ze. 'In een halfuurtje klaar.' Ze pakt haar zeis en gaat weer verder.
Reacties
Een reactie posten