Wat een feest als de struiken en bomen van de Stichting Heg en Landschap aankomen. Er is veel bedrijvigheid bij het Paradijsvogelbosje. Allemaal liefhebbers die bomen en struiken komen halen. De planten dragen inheemse namen als linde, wilg en meidoorn.
Overal liggen de struiken en bomen verspreid over het terrein. In bosjes bij elkaar gebonden. Wat een prachtige stengels, waaronder de wortels bengelen. Ze zijn zonder kluit, daarom moeten de bomen en struiken vandaag nog de grond in.

Mara helpt bij het sorteren van de enorme hoeveelheid bomen en struiken die ik meeneem. Bij elkaar ruim 300 inheemse planten, die met losse wortel een plekje in onze tuin gaan krijgen. Marie-José ontfermt zich over de rozen. We hebben een paar fraaie roosjes op de bestellijst staan: heggenroos, egelantier, hondsroos en viltroos. Gaat dat allemaal passen in ons kleine autootje?

We verzamelen alle bundels met 25 planten eraan. Van kraakwilg tot aan winterlinde. Ook de zachte berk, wilde liguster en rode kornoelje staan op de lijst. Wat een prachtige planten zijn het stuk voor stuk. Ik pak ze vast en verwonder mij over de veelbelovende knoppen op deze stukken hout. Wat zien ze er stuk voor stuk prachtig uit. Hazelaar, krent, sleedoorn, lijsterbes en Gelderse roos. Overal gaat mijn hart sneller van kloppen.

Overigens zijn ze niet allemaal even lieftallig. De rozen bezitten flinke doorns. Net als de sleedoorn en de meidoorn. Zelfs de wilde mispel heeft doorntjes in de takken. Niet allemaal even aaibaar, al heb ik soms de neiging om al die jonge spruitjes te knuffelen. Er gaat voor mij eenzelfde energie vanuit als bij jonge hondjes of ander jong grut.
Nadat ik samen met Marien de controle doe of alles meegaat wat aan mij toehoort, mag ik alles in de auto laden. De achterbank omlaag en stouwen maar. De roosjes passen er niet meer bij. Ik leg ze voorzichtig met de 2 hulstboompjes (de enige die een kluit hebben) bij de bijrijdersstoel voorin.

Het is een klein eindje. De achterklep laat ik open en als ik thuiskom stal ik alles netjes uit. De namen van de planten die Mara op briefjes bij de jonge struiken en boompjes heeft gedaan, bestudeer ik zorgvuldig. Ik bekijk de scheuten nog eens aandachtig. In winterrust is alles en eigenlijk moet alles zo snel mogelijk in de grond. Het liefst voor maart als alles weer uitspruit. Dan kan de energie in de groei van de wortels gaan.
We beginnen eerst met bekijken waar we de planten willen hebben. Bij de ingang willen we heel graag wat struiken en heesters planten. Dat levert een prachtige entree op voor mens en natuur. Naast menselijk bezoek, willen we namelijk ook vogels en andere dieren uitnodigen bij ons te komen. Wat denk je bijvoorbeeld van egels, bijen en insekten.

De eerste buren komen kijken naar de planten die ik meegenomen heb. We bieden ze aan om ook struiken en bomen uit te kiezen. De wilde liguster en rode kornoelje zijn voor de buurvrouw. Ze neemt er een paar mee en kiest wat andere struiken zoals de Gelderse roos en de lijsterbes erbij. De hazelaars zijn ook geliefd bij verschillende buren. Mooie planten die als eerste in het jaar, al in januari in bloei staan.

Dan ga ik zelf aan het planten. Het is koud, maar ik kom nog goed door de grond heen. De kraakwilgen en winterlindes krijgen een plekje op de vochtigere plaatsen. De struiken tussendoor. Bij de ingang komen de roosjes en veel struiken. Zo krijgen we een groene entree. Ik verheug me op het voorjaar als alles wortelt en aanslaat.
Het gaat langzaam. De klei geeft zich niet zo snel gewonnen. Gelukkig mag ik de schop lenen van de buren omdat met onze bats niet zoveel te beginnen is. En zo plant ik door. Tussen de nachtvorst, sneeuw en buien door, krijg je best veel in de grond. Zo wordt ons stukje grond langzaam groen. Elke plant, struik en boom is er weer 1. Ik kan niet wachten tot het warmer wordt en onze tuin langzaam maar zeker in een paradijs verandert.

Het is veel werk. Je plant niet in 1 dag even 300 planten in je tuin. Hoe klein de sprieten ook zijn. Daarom kuil ik netjes alle boompjes en struiken in. Zo blijven de wortels beschermd tegen de vorst. Uitdroging is de grootste vijand. En zo kan ik elk weekend even een paar uur weer wat nieuwe aanplant in onze tuin planten.
Reacties
Een reactie posten