Doorgaan naar hoofdcontent

Paradijsvogelbosje in Oosterwold

We rijden even langs ons toekomstige stekje aan de Tureluurweg. De akker even kaal als eerder. De grond is erg nat en drassig. De zeeklei doet zijn werk. Je zakt met je schoenen een flink eind in de modder en sleept de grond onder het profiel mee.

We nemen ook een kijkje in de groene kathedraal. De jachthonden zijn bij de parkeerplaats aan het trainen. De kathedraal is verder helemaal verlaten. De bomen zonder bladeren. Ze wijzen kaal omhoog. Op de grond liggen takken waar het mos op groeit. We vinden zelfs een tak met jonge scheutjes van de eetbare paddenstoel judasoor.

Op de terugweg doen we de Paradijsvogelweg aan met het Paradijsvogelbosje. Een prachtig kavel van 7.000 m2. Marien en Marie-José. Ze zijn druk aan het werk in hun gastenverblijf. De binnenwand krijgt een beschieting ontleend aan de buitenkant van losse latjes. Het is er behaaglijk warm, de houtkachel is al geïnstalleerd.

De naam van de straat waaraan het Paradijsvogelbosje ligt is Frederik van Eedenweg. Dit verklapt al het ideaal van de toekomstige bewoners. Immers stichtte Frederik van Eeden zijn eigen commune Walden hier in Nederland, bij Bussum. Geïnspireerd op het boek Walden or Life in the Woods (1854) van Henry David Thoreau (1817-1862).

Het project van Marien en Marie-José met hun 2 kinderen ademt dezelfde sfeer. Het ziet er prachtig uit. Aan de rand fruitbomen en een haag van uitgebloeide zonnebloemen. De vijver in het midden en de plek waar de grote woning in een aardwal komt. Het ziet er erg mooi uit. De ideeën van een amfitheater en de muzikale plannen, spreken mij erg aan. Net als dat ik geniet van de biddende torenvalk die boven het veld hangt.

Het maakt mij extra nieuwsgierig naar ons eigen project. Van een heel andere orde, maar het Paradijsvogelbosje wakkert veel ideeën in je los. De droom om een klein huisje te maken op een stukje land en dat in te richten naar je eigen inzichten.

Reacties

Populaire posts van deze blog

67 potten

  Stadslandbouw hoort bij Oosterwold. Als ik mensen vertel waar ik woon dan beginnen ze vaak over de doorwaadbare zone en stadslandbouw. Wat doe jij eraan, zeggen ze dan. Er klinkt een soort verwijt in door. Meestal hebben ze klokken horen luiden, maar waar de klepels hangen.... Gazons De wijk is vergeven van de groene gazons waar weinig landbouw te bespeuren is. Dat stemt droevig omdat de opzet van de wijk is dat mensen in elk geval voor een deel in hun eigen voedsel voorzien. De gemeente noemde een tijdje terug ineens een percentage van 10 procent. Oosterwold zou voor 10 procent van de voedselvoorziening in Almere moeten voorzien.  Geen idee waar dat percentage vandaan komt, zal ook van iemand komen die dezelfde klok heeft horen luiden. Ik las over Den Bommel op Goeree-Overflakkee waar volkstuintjes worden opgeofferd voor woningbouw . De grond verkopen aan een projectontwikkelaar is veel lucratiever. Onder het mom van woningnood zijn de volkstuintjes het eerste doelwit. Gee...

Kappen

Ik hoor het gezaag in de bosstrook vlakbij ons huis. Ik weet het. De boomploeg een paar weken terug waarschuwde mij al: hier gaat worden gekapt. Mannen met laarzen, zaagvrije broeken en grote motorzagen bevestigen het als ik wat later mijn wandeling door het bos loop. Rob Bijlsma vertelde het mij deze zomer in zijn boek: Kerken van goud, dominees van hout . Staatsbosbeheer is een ordinaire boomproducent die geld moet ophalen met het kappen van zijn kostbare bossen. De energietransitie vraagt heel veel hout. De korrels - pellets - zijn nodig om 'groene energie' op te wekken.  Bijlsma pleit juist voor minder beheren (lees: kappen) en meer observeren (gewoon laten staan en zien wat er gebeurt). Er is zo verschrikkelijk veel te ontdekken wat we nog niet weten. Populieren Dit keer moeten de populieren eraan geloven. Ik zag het al bij het Almeerse kasteel, hoe het aangrenzende bos aan de andere kant van het fietspad uitgedund werd van populieren. Als er een bos aan moet geloven, voel...

Wilgenhut

De wilgenhut in de tuin groeit flink door. Sinds afgelopen zomer zijn er flinke staken bijgekomen. Ze wijzen allemaal naar de lucht. Om de hut weer een beetje verversing te geven heb ik deze wintermaanden heel traagjes de hut weer bij elkaar gevlochten. Het is indrukwekkend hoe hard wilgen groeien. Sommige takken waren echt al van een flink formaat en niet meer zomaar om te buigen. Eigenlijk moet je ergens in de zomer al wat takken weghalen of vervlechten in de hut.  Alleen ben ik voorzichtig vanwege de mogelijke vogels die bovenin de hut broeden. Ik zag best wel vaak een merel de hut in en uit vliegen. Een broedsel storen, wil ik niet op mijn geweten hebben. Zeker in deze tijd waarin elke vogel telt.  Het is een flink karwei, maar levert ook heel mooie resultaten op. De takken heb ik over het dak heen getrokken en soms ook langs de zijkant geleid. Zo ontstaat een vervlochten geheel. Ik weet niet zeker of alle takken het redden. Sommige braken tijdens het buigen voor een deel....